Share This Article
Oei. Dit weekend viel even niet mee. Na een drukke week, met een bomvol hoofd en een paar nachten slechte slaap aan het weekend met de jongens beginnen betekent meestal niet veel goeds. Dat draait over het algemeen uit op mijn meest gevreesde staat van zijn: overprikkeld! Met een zeer kort lontje, een huilbuitje hier en daar en dankzij de sfeer twee jongetjes die elkaar van ellende niet meer uit kunnen staan tegen de tijd dat het zondag is.
En zo het geschiedde
Op vrijdagavond merkte ik dat ik zo moe was dat ik het liefst na het eten naar bed ging. Ik ben wezenloos gek op mijn kinderen. Maar als ze met deze staat van zijn tijdens het TV kijken beiden tegen één van mijn armen aanleunen voel ik een hele sterke drang om ineens op te springen en hard weg te rennen. Als ze dan ook nog een beetje smakken met chipjes eten dan gaan mijn nekharen overeind staan.
De zaterdag bracht ik door als taxivervoersbedrijf. Ik ben 6 keer met de auto naar ons oude dorp gereden vanwege allerlei verplichtingen. Alleen van mijn kinderen! Mijn vriend tipte me heel schattig dat ik misschien even een dutje kon doen tussendoor. Maar nee, dat red ik niet met 6 ritjes. Want als ik al het geluk heb dát ik kan slapen overdag, lukt dat alleen als ik minimaal een uur Calm and Relaxing Piano Music op YouTube heb aangehad.
Mijn lijf hapert en schreeuwt
Op zaterdagavond merkte ik dat ik eigenlijk geen puf meer had om te koken. De verleiding was groot om patat te gaan halen. Maar ik wist dat ik, na een hele rol Café Noir en een zak Nibbits, waarschijnlijk geen voet meer voor de andere zou kunnen zetten als ik nog meer slechte dingen ging eten. (Ik heb nogal de neiging om slechte dingen naar binnen te werken als ik me zo voel – en ik geef ook vaak toe aan die neiging.) Wat echt de doorslag gaf was dat ik geen energie had om helemaal naar de snackbar te gaan.
Wel genoten van een lange, late wandeling. De kou en de wind in mijn gezicht haalden me een beetje uit mijn bubbel. Mijn lijf schreeuwt dan tegen mij: zie je wel, dit bedoel ik! Dit is goed voor je! ‘s Avonds ook nog erg gezellig met een quiz op TV meegedaan met de jongens (zelf had ik dit vermoedelijk níet gekeken hoor moet ik zeggen). De overprikkeling was gelukkig niet de hele tijd aanwezig; de vooruitzichten bleken enigszins mee te vallen.
Entiteiten
Op zondagochtend deed ik angstvallig één oog open om te peilen hoe mijn lichaam zich voelde. Ja, mijn geest en lijf kunnen soms twee hele aparte entiteiten zijn. Lichaam wel oké, geloof ik. Geest bevindt zich op het randje. Geen slechte score voor deze zondagochtend. Zeker niet ontevreden.
De zondag heb ik voor de helft doorgebracht met een koptelefoon op met klassieke muziek. Ik móest de geluiden dempen die mijn kinderen en vriend maken. Die laatste kan er namelijk ook wat van. Vaak is hij de aanstichter van ren- en stoeipartijen. Meestal eigenlijk. En heel eerlijk gezegd vind ik dat hartstikke leuk. Zij het niet dat ik zo overgevoelig kan zijn voor geluid dat ik soms overweeg naar Pitcairn Island te verhuizen.
Én-én
Ik ben niet zo van de labeltjes. Maar laat ik gewoon even om het makkelijk te maken dit wat ik hier allemaal schrijf ‘hooggevoelig’ noemen. Ik ben toch te moe om er een ander woord voor te bedenken. Daarmee ben ik mooi in de aap gelogeerd, zou je denken. Maar da’s gelukkig niet alles hoor.
Veel voelen is soms ronduit shit. Overprikkeld raken is een zwakke plek. Maar veel voelen heeft ook die andere kant. Ik kan uren in een roes zitten als ik een fijn gesprek heb gehad met iemand, ook in mijn werk. Ik voel kriebels door mijn lijf omhoog gaan en moet een paar kleine klapjes maken met mijn handen als ik een tekst heb geschreven waar ik blij mee ben. Ik kan minutenlang kusjes geven op de slapende hoofden van mijn kinderen en ze zo intens lief vinden, de geurtjes opsnuiven die zo specifiek zijn. Ik heb groots en meeslepend lief.
Dus wil ik niet meer zo gevoelig zijn? Nah. Dan maar af en toe een koptelefoon op.