Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Blog Band

Emetofobie

Mijn handen zijn stuk. Ik heb ze zo vaak gewassen met Dettol dat er barstjes op iedere knokkel zitten. Sommige barstjes bloeden een klein beetje. Ik staar in een rechte lijn naar buiten. Af en toe doe ik mijn ogen dicht en adem door mijn neus uit. Ik check het gevoel in mijn buik. Voel ik iets abnormaals? Ik adem nog één keer diep uit door mijn neus en ga verder met mijn staar. Af en toe kom ik er opeens achter dat het een kwartier verder is. Ik heb er niets van gemerkt. Mijn handen prikken. Ik leef al 2 dagen in mijn pyjama. Ik sta alleen op om naar de wc te gaan. Of om iemand te helpen. Ik probeer wel te helpen als iemand in huis ziek is. Eten doe ik niet, want dat vergroot het risico tot zelf ziek worden. Honger heb ik niet. Ik voel misschien al wat in mijn buik. Beginnende misselijkheid. Of het lijkt op de eerste dag nadat je 2 dagen heel erg ziek bent geweest. Ik weet het niet zeker en ik kan geen enkel risico nemen.

Overprikkeld

Oei. Dit weekend viel even niet mee. Na een drukke week, met een bomvol hoofd en een paar nachten slechte slaap aan het weekend met de jongens beginnen betekent meestal niet veel goeds.  Dat draait over het algemeen uit op mijn meest gevreesde staat van zijn: overprikkeld! Met een zeer kort lontje, een huilbuitje hier en daar en dankzij de sfeer twee jongetjes die elkaar van ellende niet meer uit kunnen staan tegen de tijd dat het zondag is.

De iets mindere momenten van mijn retraite

Weet je nog? Een poosje geleden was ik even weg; ik ging op retraite. Maar niet álles was om over naar huis te schrijven. Het is de eerste avond. We mógen nog praten. Wat een teleurstelling. Ik had me juist zo verheugd op helemaal niet praten. Heerlijk om even niet sociaal te hoeven doen. Niet een praatje starten of gaande houden omdat dat nou eenmaal ‘hoort’. Verfrissend om niet na te denken over hoe je over komt op een ander. Maar vanavond mag het dus nog. Na het eerste-avond-programma van schrijven en yoga, waarbij je gelukkig hoe dan ook niet praat, gebeurt het: er wordt gesocialized! Of ik er "gezellig" bij kom zitten. Gelukkig lukt het me hier onopvallend aan te ontsnappen.

Eerste keer

* Tring * 'Mag Ollie buiten komen spelen?' 'Ehm.... Ollie is al buiten.' 'Oké, doei!' Dit was de eerste keer dat de buurkinderen mijn kat op kwamen halen.  

Niks

Website omgegooid met nieuwe lay-out. Helemaal blij mee. Yes! Ik zit klaar. Computer in de aanslag. ................ ................ ................ Er komt helemaal niks. Geen letter meer op papier sinds die dag. Een paar keer start ik mijn schrijfprogramma op en staar langdurig de leegte in. Ik mis het schrijven. Ik hoor wel eens dat hardlopers dit hebben: het echt missen als je het niet doet. Nu kan ik daar niet over meepraten. Ik loop wel eens, maar ben meer bezig met de hardloopetiquette dan dat ik écht ren. Maar het gevoel is vast vergelijkbaar. Ik heb niet altijd zin van tevoren. Maar als ik schrijf kom ik in een flow en daarna voel ik me top. Ik maak mijn hoofd ermee leeg en ik heb het nodig om me echt goed te voelen.

Precies waar ik moet zijn

Op deze foto leg ik exact het moment vast. Het moment waarop ik denk: ik ben precies waar ik moet zijn. Ik herinner me dat ik op dit park was toen ik 14 was, aan het eind van de 2e klas. Die zomer ben ik hier geweest met mijn ouders en mijn vriendin Chantal ging mee. We gingen om met een groepje jongens en meiden die hier al jaren kwamen. Het voelde als een tienerfilm. Voor mijn gevoel brachten we hier de hele zomer door. De zomerdagen duurden eindeloos lang. Ik wilde nooit meer naar huis. Het eindigde in ieder geval met huilen op vrijdagochtend om 10 uur bij het inleveren van de sleutel. Onze nieuwe beste vrienden kwamen ons namelijk uitzwaaien. Tot nooit meer ziens want dit was preFacebook. In het echt was het trouwens maar een week.

Verboden

Mijn ouders hadden ons ten strengste verboden samen het park af te gaan. Dus wij gingen na een paar dagen toch met z'n tweeën het park af. We liepen over smalle paadjes, dwars het bos door, stiekem de hei op. Dat leek ons een prima plan als twee 14-jarige meisjes. We bleven daar een poosje en liepen rustig terug. Halverwege hoorden we geritsel achter ons. Een konijn? Een slang? We gingen wat harder lopen. Het geritsel klonk harder en wij veranderden onze pas naar snelle grote stappen, elkaar benauwd aankijkend. Het geluid kwam steeds dichterbij. We begonnen te rennen toen we de struiken achter ons heen en weer zagen gaan. Dit was geen dier (ook eng), maar een grote man die ons achterna kwam!

Je krijgt er zoveel voor terug

Ik was me ongemakkelijk bewust van mezelf toen ik mij vanmorgen voor de 5e dag op rij stond om te kleden in het hokje van het subtropisch zwemparadijs met 5 glijbanen. 

Het zou kunnen komen door de croissantjes, broodjes chocopasta, koekjes bij de thee en bittergarnituren die zich de laatste dagen meester van mij hebben gemaakt. Ik eet graag gezond en dat kost me weinig moeite. Alleen op vakantie verander ik in een hongerig monster met in de ene hand een schoteltje appeltaart met slagroom en in de andere hand een zak chips, craving naar het volgende dat ik ga eten. Terwijl ik dit schrijf word ik nog een beetje misselijk als ik aan die kruidenboter denk van gisteravond.

Wens

Het kostte vandaag verschrikkelijk veel moeite de jongens weg te brengen. Ze gaan een paar dagen naar papa. Ik zie ze 2e kerstdag pas weer. Voor een dag of 3 en dan zijn ze met oud & nieuw ook weer voor een paar dagen bij hun vader. Het gaat nu niet eens zozeer om het feit dat ik ze een paar dagen niet zie. Maar om het feit dat ik de afgelopen dagen overprikkeld was en niet zoveel van ze kon hebben. Schuldgevoel. Ik ben relatief weinig uitgevallen tegen ze en heb ook een aantal keer mijn rust gezocht door een koptelefoon met yoga-muziek op te zetten. Maar toch zit het me totaal niet lekker.

Eindeloos gebabbel, eeuwige zooi en oneindig gekibbel

Ik kon het eindeloze gebabbel niet meer aan. De honderdste vraag en daarna honderd-één, honderd-twee enzovoort. En hoe meer ik me terugtrek hoe meer zij altijd gaan vragen: "vind je het mooi hoe ik kleur?", "mag ik straks helpen met koken?". (* Oh nee, helpen* Denk ik dan.) En dit weekend hebben zij rond de tweehonderddertig Donald-Duck-mopjes verteld.