Emetofobie = extreme angst voor overgeven
Deze winter is zij (ik noem haar zij) rustiger. Ik moet er vandaag aan denken, op deze eerste (en enige?) dag met sneeuw in Nederland. Als het één dag winter voelt is het vandaag wel. Het is 16 januari, ik zit midden in de winter, in het epicentrum van mijn angst, en ik voel me oké. Dit is bizar.Het enige - echt het enige - dat maandag goed ging, was dat het lukte me in te houden bij de Albert Heijn om twaalf Tony Chocolonely's te kopen. Als het namelijk ooit een dag was om me vol te proppen met karamel zeezout was het maandag wel.
Dit was zo'n dag dat het bakje van de Senseo overstroomt. Dat je vest blijft haken aan de deurknop. Dat je net geen slagaderlijke bloeding hebt door het raspen van een komkommer. Een dag waarop je hond in de hondenpoep staat. Serieus. En de hele woonkamer en keuken doorloopt daarmee. Echt gebeurd. Allemaal.
'All is well in my world'
Een affirmatie van Louise Hay. Ik heb wat boeken van haar liggen, ongelezen. Niet omdat ze me niet aanspreken. Ik heb gewoon heel veel nog te lezen boeken. Wist je trouwens dat daar een term voor is? Tsundoku; een Japans woord om iemand te beschrijven die veel ongelezen boeken bezit. Ik zou zeker drie jaar geen boeken hoeven kopen.Ik móet schrijven van mijn psycholoog. Is dat even mooi! Dat vond ik toch al leuk.
Op dit moment lees ik 'Ongetemd leven' van Glennon Doyle. Tijdens het lezen dwaal ik af naar vroeger en link het aan wat mijn psycholoog me steeds vraagt. Hoe zijn dingen geworden zoals ze zijn en waar zit pijn? Waar zit nou echt dat wat zo verschrikkelijk zeer doet? Waar staat die emetofobie voor? Probeer dat eens figuurlijk te benaderen in plaats van letterlijk.
Poe
In Ongetemd Leven lees ik over De Pijn. Hoe lang ze daar straks nog over doorgaat weet ik eerlijk gezegd niet. Want al bij de eerste alinea dwaal ik af naar vroeger en besluit ik - door die stok achter de deur van mijn psycholoog - het op te schrijven. Verfrissend. In plaats van dezelfde rondjes in mijn hoofd te maken. Steeds weer en steeds weer.
'Mwjah', klonk het de afgelopen 3 maanden wanneer ik aan mijn zoon vroeg of het allemaal lukte met school. Wist ik veel dat dit geen 'ja' was in luie-pubertaal.
Mijn oudste zoon lijkt niet op mij. Als ik als kind iets niet begreep, eng vond of iets nieuws moest doen ging mijn hele lijf in de weerstand. Dan huilde ik voor het slapen en zat de volgende dag verstijfd, met grote ogen aan mijn tafeltje. Aan mijn zoon heb ik sinds de start op de middelbare school precies niets gemerkt. Zoals hij zelf wel eens zegt als ik naar emoties vraag: 'oh, ik denk er gewoon niet aan'.
Ik kan het gewoon niet!
Totdat via de schoolapp in korte tijd een paar onvoldoendes binnenkwamen. 'Mwjah' kreeg een andere inhoud. Heel zachtjes zei hij dat hij een paar vakken niet begreep. Ik bood aan te helpen met het voorbereiden van toetsen. En terwijl ik rekende op vliegensvlugge overhoorsessies werden het drama's met dichtslaande deuren en authentiek pubergegil: 'Ik Kan Het Gewoon Niet!'.