Share This Article
Zomaar een zaterdagmiddag in februari. De meerderheid voelt zich niet lekker en ik grijp mijn moment. Op mijn tenen loop ik naar boven om mijn boek uit te lezen in bed. Niet veel later hoor ik getrippel. Ik heb mijn ogen dicht, omdat mijn boek uitlezen enkel een smoes aan mijzelf was om een dutje te doen.
Bijna geluidloos kruipt hij bij me. Maar hij – vijf en een half jaar, vol vitaliteit en lust voor conversatie – draait en woelt totdat hij het echt niet langer volhoudt.
‘Mam, wanneer gaan we dan?’
‘Mam, ik wil een zeearend als huisdier. Mag dat?’
‘Is een visstick vlees mam?’
‘Waarom heb je haartjes om je ogen?’
‘Kijk, als ik van je neus ski met mijn vinger kom ik heel ver!’
Oké.
Ik sleep mezelf uit bed en geef het op. Ik besluit liefdevol dat dit één van de momenten in mijn leven is die ik me voor altijd zal herinneren. Wat hou ik van dit kereltje.