Share This Article
Iedereen was al bezig met sjouwen en klussen, ik stapte later binnen. De rest woont allemaal in of in de buurt van dit Drentse dorp waar hij 9 jaar geleden kwam en voor mij was het 2 uur rijden vanuit de Randstad. Maar bij een verhuizing kan ik natuurlijk niet ontbreken. Die genetische afwijking delen mijn broer en ik: wij verhuizen wat vaker dan gemiddeld. We hebben elkaar ook al wat vaker dan gemiddeld geholpen.
Dit was de eerste keer dat ik de meeste van zijn buren en vrienden ontmoette en zij zagen voor het eerst “Rien z’n zusje”, wij schelen 11 jaar dus dan mag je nog steeds wel zusje zeggen. Een collegavriend keek me vrij lang aan (heel klein beetje ongemakkelijk wel) en merkte op dat ik wel heel licht ben vergeleken met mijn broer. Deze heb ik vaker gehoord en ik vind het altijd leuk om te horen. Ik realiseer me weer hoe grappig het is. Dus ik vertelde weer: klopt, mijn broer is de donkerste – getinte huid, heel donker haar en donkere ogen – mijn zus heeft een lichte huid, maar wel donker haar en donkere ogen, en ik ben de lichtste, ik val een beetje buiten de toon.
Terwijl ik het zei dwaalden ik af naar 15 á 20 jaar geleden. Ik zag mijn broer toen heel vaak. Hij woonde aan het Weena in Rotterdam, heerlijk natuurlijk voor een zusje van 15 á 20 jaar dat niet graag thuis is. We aten roti op de Lijnbaan, of gingen ergens wat drinken. Als wij een collega of vriend tegenkwamen van hem, of als hij visite had en ik waaide langs, werd ik voorgesteld. Regelmatig werd ik aangezien voor zijn vriendin, want zusje leek onwaarschijnlijk met onze verschillende uiterlijkheden.
Het voelde gek, ineens in zijn wereld met mensen die ik niet ken. Dat krijg je hè, als één van de twee naar Drenthe verhuist. Je ziet elkaar een stuk minder en hij bouwt daar een nieuw leven op. Dat is gelukt de afgelopen 9 jaar en ik zag nu gezichten bij de namen.
Het maakte me blij dat hij er gelukkig (zij het wel doodmoe van het verhuizen) uitzag. En ondanks dat we weinig woorden (behalve ‘waar mag dit?’ en ‘zal ik even naar de Gamma?’) hebben gewisseld, voelde ik me verbonden. Leuke mensen, die vriendburen. Fijn ook om z’n kindertjes weer te zien; zoonlief beetje ziek en dochterlief huppelend rond ieder speelgoed dat werd binnengebracht. Waardevol om te merken dat ondanks de 200 kilometer de band tussen schoonzus en mij zo is gegroeid.
Dan zit ik gelukzalig in de auto op de terugweg. Te genieten van hoe simpel en fijn dingen soms kunnen gaan. Het geeft niet dat ik later kom. Het geeft ook niet dat ik toch maar niet mee-eet. En natuurlijk kom ik wel helpen, ook al is het ver voor een paar uurtjes. Dingen zijn altijd makkelijk gegaan tussen mijn broer en mij. En dat zal wel nooit veranderen.
Ps Ik heb ook een geweldige zus, daar weid ik een andere keer over uit ♥